Big Brothers Big Sisters, het mentorprogramma voor kinderen die opgroeien in minima gezinnen, heeft vanaf 1 februari 2024 een nieuwe naam: Big Friends.
De stichting, op dit moment actief in Utrecht, Amsterdam en Rotterdam, is het afgelopen jaar achter de schermen bezig geweest om een landelijke structuur vorm te geven. De belangrijkste doelstellingen hierbij zijn verder professionaliseren, uitbreiden naar andere steden en meer zichtbaarheid creëren. De organisatie wordt daarmee ook onafhankelijk van het Amerikaanse Big Brothers Big Sisters, waar het haar eerdere naam aan te danken had.
Om deze ontwikkelingen kracht bij te zetten, is gekozen voor een nieuwe naam en huisstijl. Esgo Kuiper, voorzitter van het bestuur Nederland, licht toe: “Wij kunnen hiermee onze missie - zoveel mogelijk kinderen en jongeren die opgroeien in minima gezinnen koppelen aan een mentor - nog beter volbrengen.”
Waarom Big Friends?
Vrienden kunnen het verschil maken in het leven. Door passende matches te maken tussen kinderen en geschikte vrijwilligers, ontstaat er verbinding over leeftijd, cultuur en sociale achtergrond heen. Kinderen krijgen extra aandacht, praten over wat hen bezighoudt en doen vooral veel leuke dingen samen met hun ‘Big Friend’. Het resultaat is dat deze kinderen zelfredzamer worden, meer zelfvertrouwen krijgen en beter functioneren in het dagelijks leven. Het afgelopen jaar werden er in de drie genoemde steden op deze manier totaal meer dan 500 kinderen geholpen.
(Lokale) Samenwerking
Big Friends blijft lokaal opereren met dezelfde methodiek en medewerkers. Ook de (lokale) samenwerkingen worden voortgezet en versterkt.. Daarnaast zal er landelijk meer samengewerkt worden en zal de organisatie op termijn in meer steden actief worden. Kuiper sluit af met zijn droom voor de toekomst: “We zien dat niet alleen de wereld van de kinderen vergroot wordt, maar ook die van vrijwilligers. Het zou geweldig zijn als Big Friends de komende jaren op die manier nog meer impact kan maken als het gaat om kansengelijkheid en verbinding in de steden.”